CDA vragen ondersteunt Medina Elst initiatief

Persbericht Elst Centraal van het CDA op 12 september 2017

Op 12 september 2017 heeft het CDA vragen gesteld aan het College van B&B Overbetuwe. De partij stelt in de inleiding van haar persbericht:

Voor de bestaande locatie moet een nieuw en goed doordacht plan komen waarbij voor de CDA fractie een gezonde mix van maatschappelijke voorzieningen, (sociale) woningen en investeringen van bedrijven van belang is.

Dat is dus precies het Medina Elst voorstel. Vraag 2 luidt:

Op welke wijze worden burgers, bedrijven en instellingen betrokken die initiatieven willen ontwikkelen op deze locatie?

Een correcte vraag. Wij zijn in elk geval niet benaderd. Wie wel?

Het Medina Elst voorstel sluit prima aan op de titel en intro van het nieuwe CDA verkiezingsprogramma dat wethouder Jan van Baal als lijsttrekker belooft uit te voeren: “Een nieuwe realiteit“. Uit de intro:

“Het CDA streeft naar een gemeenschap waarin de betrokkenheid van mensen bij hun gemeente, dorp, buurt, school, bedrijf , vereniging en familie en gezin leeft en vorm en inhoud krijgt. Een gemeenschap waarin ieder de verantwoordelijkheid kan en wil nemen, ook voor elkaar, tegen de trend van een doorgeschoten “ieder voor zich mentaliteit” in.

Dat maakt samenwerking met andere gemeenten en instanties in de regio Arnhem en Nijmegen nodig. Dat schept een nieuwe realiteit voor het gemeentebeleid van de komende jaren vanuit een sterke positie van de gemeente Overbetuwe in het Middengebied.

Het antwoord dat op CDA vragen aan de gemeenteraad is gegeven stelt zwaar teleur:

Ten aanzien van de locaties Spoorlaan I, II en III is de gemeente afhankelijk van initiatieven uit de markt. Vanuit de markt zijn tot op heden echter geen haalbare c.q. passende voorstellen gekomen. Wel is de gemeente nu met meerdere partijen en maatschappelijke partners in gesprek over een hoogwaardige invulling van dit gebied.

en verder …

Partijen die zich melden, worden uitgenodigd om met een concreet voorstel te komen dat passend is voor de locatie.

Daarbij wordt onder andere gemeld dat men een bestemmingsplan maakt.

Hoe bestaat het?

  1. Hoe kan het college een oordeel vellen over “passende” en “haalbare” voorstellen zonder dat er toetsingskaders zijn vastgesteld door de gemeenteraad? Hoe komt men tot het oordeel passend of haalbaar?
  2. Waarom wordt een bestemmingsplan gemaakt zonder Programma van Eisen waarin door de gemeenteraad de kaders voor de functionele invulling, duurzaamheid, gasloos et cetera zijn vastgesteld?
  3. Met welke partijen is men zonder opdracht van de gemeenteraad in gesprek gegaan? Niet met ons in elk geval.
  4. Waarom wordt de NS nergens genoemd? Zij zijn immers volgens het contract een belangrijke partij om de functionele invulling van de locatie goed te keuren. Dat is een verplichting in het erfpachtcontract. Is men dat vergeten zoals men eerder vergeten had dat men die pacht had gekocht?
  5. Is er sprake van cliëntelisme? De langdurige geheimzinnigheid waarmee het praten met marktpartijen wordt omgeven neigt tot die gedachte. Zelfs de raad wordt niet concreet geïnformeerd. Waarom weten zij bijvoorbeeld niets van het overleg met lokale ondernemers (detailhandel) en wordt dat niet gemeld in het antwoord op expliciete vragen?

Uit niets blijkt dat de verantwoordelijk wethouder Jan van Baal de Gemeentewet en het eigen CDA verkiezingsprogramma serieus neemt. In de gemeentewet is namelijk vastgelegd dat de wethouder een uitvoeringsopdracht van de gemeenteraad moet krijgen. Er wordt nu gehandeld zoals voor de eeuwwisseling gebruik was.

Het is niet meer aan de wethouder om het beleid te bepalen, maar aan de gemeenteraad. Wat de wethouder wil is dus alleen relevant als die wil wordt ondersteund door een raadsbesluit! Dat is de ‘nieuwe realiteit’ sinds 2002!

Juist daarom hebben wij ons initieel tot de gemeenteraad gericht. Het is aan hen om het College een opdracht te verlenen op basis waarvan de wethouder zijn wettelijke uitvoeringsopdracht kan invullen. Het is die wettelijke ‘realiteit’ waarvan wij zijn uitgegaan. Het betreft ook de waarde die D66 zegt toe te kennen aan burgerinitiatieven.

Wij wachten af.